TopDierenwinkels

Rex

De rex is een zeer opvallend konijnenras met een bijzondere vachtstructuur. De vacht is korter dan bij andere rassen het geval is (1,5 centimeter lang) en is overvloedig aanwezig waardoor de haren recht van het lichaam afstaan. Dit geeft het konijn een fluweelachtig uiterlijk en de dieren voelen zijdezacht aan wanneer je ze aanraakt. Een ander bijzonder kenmerk is dat de vacht overal op het lichaam even lang is, dus ook op de oren, het gezicht, de buik en de poten. Het ras is in 1919 ontstaan en is sindsdien razend populair en wordt over de gehele wereld gehouden.

Andere benamingen

De rex staat ook bekend onder de namen

  • Rexkonijn
  • Ermine
  • Castor rex

Land van herkomst

De rex komt oorspronkelijk uit Frankrijk.

Wat is een mutatie?

Om de exacte geschiedenis van de rex te kunnen begrijpen, is het handig om eerst een klein beetje in de wereld van mutaties te duiken. Elk levend wezen heeft een bepaald aantal chromosomen die tezamen het DNA vormen. De chromosomen bestaan uit duizenden of zelfs miljoenen verschillende genen, die elk een specifieke genetische code met zich meedragen. Zo zijn er genen voor vachtkleuren, oogkleuren, lengte van de vacht, hoe groot het dier wordt, welke ziektes er mogelijk kunnen ontstaan, enzovoort.

Elk chromosoom komt voor in paren, dat wil zeggen dat er van elke chromosoomsoort twee stuks zijn. Dit wordt veroorzaakt doordat bij alle mannelijke en vrouwelijke dieren voortplantingscellen worden aangemaakt. Deze cellen bevatten niet de normale hoeveelheid chromosomen, maar precies de helft ervan. Zo zorgt moeder natuur ervoor dat er na het samensmelten van de eicel (van de moeder) en de zaadcel (van de vader) weer exact het juiste aantal chromosomen aanwezig is. Worden de chromosomen in de voortplantingscellen niet gesplitst, dan zouden er nakomelingen ontstaan met twee keer zoveel chromosomen: de nakomelingen zijn dan niet levensvatbaar. 

Om nu terug te komen op de mutaties: bij de splitsing van de chromosomen bij het aanmaken van voortplantingscellen, kan er een soort foutcode ontstaan. Deze foutcode heet een mutatie en kan een grote verscheidenheid aan mutaties opleveren. De meeste van deze mutaties zorgen ervoor dat de nakomelingen niet levensvatbaar zijn of met één of meer beperkingen of handicaps ter wereld komen. Maar er zijn ook mutaties die geen schade aanrichten bij het dier of bij de mens, en waar wij handig gebruik van kunnen maken. Zo waren er eerst alleen maar konijnen met een rechte vachtstructuur, maar een mutatie heeft ervoor gezorgd dat de vacht bij rexen er anders uit kwam te zien. 

Geschiedenis

In 1919 werd er in Louché-Pringé, een klein dorpje in Frankrijk een konijn geboren met een bijzondere haarstructuur, wat wij tegenwoordig kennen onder de noemer rexbeharing. In de geschiedenis zijn daarvoor ook al konijnen geboren met de typische rexbeharing, maar men is er toen nooit in geslaagd een nieuw ras met deze genetische mutatie te creëren. De Fransen is het in 1919 wel gelukt. Het konijntje met de bijzondere vachtmutatie had een kleur die tegenwoordig castor genoemd wordt, maar in die tijd voornamelijk aangeduid werd met beverkleur. Een pastoor was zo onder de indruk van dit konijn, dat hij besloot ermee te fokken. 

Vijf jaar later – in 1924 – werden de eerste paar castorkleurige rexen tentoongesteld op een internationale tentoonstelling in Parijs. Dit was de doorbraak die het ras nodig had, en de rex raakte in korte tijd enorm in de belangstelling bij fokkers wereldwijd. 

Een nadeel van deze populariteit was dat er veel broodfokkers waren die torenhoge prijzen vroegen voor de konijnen en hun bijzondere vacht. Dit ging echter ten koste van de kwaliteit van de vacht, waardoor de bontindustrie afhaakte en geen pelzen van de rex meer wilde hebben. De meeste fokkers die voor het grote geld gingen, stopten met de fokkerij van rexkonijnen. Een aantal fokkers waren echter verliefd geworden op het ras, en besloten het ras in de oude glorie te herstellen. Dit deden zij door vooral te selecteren op vachtkwaliteit. En het is ze goed gelukt, de rex is tegenwoordig een gezond, vitaal en sterk konijn met een goede pels. Om tot een goed ras te komen is er wel gebruik gemaakt van diverse andere rassen. Door het inkruisen hiervan bestaat de rex niet alleen meer in de castorkleur, maar in diverse andere vachtkleuren en diverse patronen. 

Het konijn uit Frankrijk dat de basis heeft gelegd voor de huidige rex, is niet het enige dier met eenzelfde mutatie geweest. In de loop der jaren zijn er wereldwijd diverse andere konijnen geboren met eenzelfde soort vacht. Zo was dit het geval in 1924 (Lübeck, Duitsland), 1927 (Chartres, Frankrijk) en 1938 (Schoonhoven, Nederland). 

Uiterlijke kenmerken

Als je naar de rex kijkt, zie je een konijn met een enigszins gestrekte lichaamsvorm. De poten hebben een normale lengte maar lijken door de korte beharing van de vacht langer dan ze daadwerkelijk zijn. Rammen hebben goed gevulde wangen en zowel voedsters als rammen hebben een zogeheten ramsneus. De oorlengte bedraagt gemiddeld 12 centimeter en de dieren hebben een gewicht van 3 tot 4 kilogram. 

Vacht

De vacht van een rex is het meest opvallende raskenmerk van dit konijn. De vacht is bijzonder zacht en heeft een fluweelachtige haarstructuur. Ook kenmerkend voor de vacht is dat deze korter is dan bij normale kortharige konijnenrassen het geval is, namelijk maar een centimeter of anderhalf. De vacht staat bovendien loodrecht op het lichaam en het haar is over het hele lichaam even lang – dus ook op de oren, de buik, de snuit en op de poten. Al deze typische vachtkenmerken zorgen ervoor dat de rex een fluweelachtig uiterlijk heeft. De onderwol is in flinke hoeveelheden aanwezig, de snorharen zijn altijd gekruld. 

Kleuren

De rex komt in een breed scala aan kleuren, aftekeningen en kleurpatronen voor. Zo zijn onder andere de volgende kleuren in de meeste landen erkend: 

  • Konijngrijs (wildkleur)
  • Chinchilla (wildkleur)
  • Luchs (wildkleur)
  • Opaal (wildkleur)
  • Castor (wildkleur)
  • Geel
  • Oranje
  • Zwart
  • Blauw
  • Chocoladebruin
  • Lilac of gouwenaar
  • Wit (ook wel Ermine genoemd)
  • Madagaskar (uitmonstering)
  • Zilvervos (uitmonstering)
  • Tan (uitmonstering)
  • Rus (uitmonstering)
  • Marter (uitmonstering)
  • Dalmatiner (tekening)
  • Hollander (tekening)

Karakter van de rex

De rex is een vrij rustig konijnenras dat erg nieuwsgierig en goedgezind is. De dieren zijn goed tam te maken als de verzorger hier veel tijd en aandacht in steekt en de dieren goed en rustig benadert. 

Gebruiksdoel

In de beginperiode van het ras werd de rex vooral gefokt als pelsras, maar tegenwoordig is het dier vooral in handen van sportfokkers die ermee langs nationale en internationale konijnenshows en -tentoonstellingen gaan. De rex wordt weinig waargenomen als huisdier, maar is hier zeker geschikt voor. 

Bijzonderheden

Er zijn nog twee soorten rexen, namelijk de Opossum-rex (1924, Engeland) en de Astrex (1932, Engeland). De Opossum-rex heeft langere haren (2,5 centimeter) die aan het uiteinde gekruld zijn en bovendien hebben de haren verzilverde haartoppen. De Astrex heeft op de kop, oren en poten een normale vacht, en op de rest van het lichaam een rexbeharing.