Japanner


De japanner is een konijnenras dat oorspronkelijk uit Frankrijk komt. Het ras is erg moeilijk te fokken, omdat het een tekeningras is waarbij de tekening niet verankerd ligt in het DNA: alle dieren hebben dus een ander tekeningpatroon. Het zijn vriendelijke konijnen met een rustig temperament. Ze komen in vier verschillende kleurcombinaties voor, waarvan de ene kleur geel tot geelrood is. De andere kleur kan zwart, bruin (havana), lilac (gouwenaar) of blauw zijn. Ze hebben een gewicht van 2,5 tot 4 kilo.

Andere benamingen

De japanner staat ook bekend onder de volgende namen:

• Japanner konijn
• Harlequin
• Harlequin rabbit
• Harlekijn 
• Japanese rabbit
• Lapin Japonais
• Japanerkaninchen

Land van herkomst

De japanner komt oorspronkelijk uit Frankrijk.

Geschiedenis van de japanner

De japanner is van oorsprong een Frans konijnenras, in plaats van een konijnenras uit Japan. Het ras is bij toeval ontdekt door een liefhebber die in een parkje prachtig getekende konijnen aantrof. In het betreffende park liepen rasloze konijnen rond en driekleurige hollanders. Nakomelingen van deze dieren hadden een speciale kleurstelling. Degene die de dieren voor het eerst vond, besloot de specifieke tekening als apart ras vast te leggen en noemde het ras Lapin Japonais (Japans konijn). De eerste japanners werden getoond op de wereldtentoonstelling in Parijs in 1887 en 1889. 

Vanaf die jaren kregen fokkers uit andere landen interesse in de japanners, waardoor het ras naar vele landen werd geëxporteerd. De reden dat het ras in onder andere de Verenigde Staten en Engeland ‘Harlequin’ genoemd wordt, in plaats van ‘Japanese’, komt bij de Tweede Wereldoorlog vandaan, daar deze landen veel conflicten hadden met Japan. 

De vroegste dieren van dit ras hadden de wildkleurfactor, een lichtgekleurde buik, lichte oogringen en andere kenmerken die typerend zijn voor konijnen met de wildkleur. Op tentoonstellingen waren zowel wildkleurige dieren als dieren zonder wildkleurfactor welkom. In een later stadium werden er alleen nog maar dieren zonder wildkleurfactor toegelaten. 

Uiterlijk

Als je naar de japanner kijkt, zie je een middelgroot konijnenras met een gewicht van 2,5 tot 4 kilo. De dieren hebben een tamelijk forse bouw met een licht gestrekt lichaam. De poten moeten een gemiddelde lengte hebben en een goede bespiering. Japanners hebben een flink brede kop, dit is vooral bij de ram goed zichtbaar. De oren hebben afgeronde toppen en de lengte van de oren is ongeveer 12 centimeter.

Vacht

De japanner heeft een korte, glanzende en goed aanliggende vacht. Er is een normale hoeveelheid onderwol aanwezig.

Kleuren en tekening

Kleur

De japanner is een tweekleurig konijn dat in vier verschillende kleurcombinaties kan voorkomen. De ene kleur is altijd geel tot geelrood en de andere kleur kan zwart, bruin (havana), blauw en lilac (gouwenaar) zijn. Dieren met een zwarte of bruine contrasterende kleur hebben bruine ogen. De dieren met lilac of blauw als contrasterende kleur moeten blauwgrijze ogen hebben. Daarnaast hebben bruine en lilac japanners bij een bepaalde lichtinval een rode weerschijn in de ogen, dat vuurgloed wordt genoemd. 

De japanner komt nog steeds het meest voor in de combinatie geel/zwart, dit wordt mede veroorzaakt omdat de andere kleuren in veel landen niet erkend zijn. 

Bij de meeste japanners zijn de buik, onderkant van de staart en de binnenkant van de poten lichter van kleur. In sommige gevallen komen er ook witte haartjes op de buik voor, net als onder de staart en aan de binnenkant van de poten. Op tentoonstellingen wordt dit al vrij snel door de vingers gezien, zolang er geen witte vlekken ontstaan in de vacht. 

Tekening

De japanner moet een kleurvakverdeling hebben die zo scherp mogelijk afgetekend is, zonder dat er gele of roodgele haren in het contrasterende kleurgedeelte aanwezig zijn, en andersom. In het meest ideale geval heeft de japanner een tweekleurige kop waarbij de scheiding exact in het midden ligt. Zo is links bijvoorbeeld zwart en rechts roodgeel. Onder de zwarte kophelft moet de borst roodgeel zijn en de voorpoot zwart, en onder de roodgele kophelft moet de borst juist zwart zijn en de poot roodgeel. Poot en borsthelft mogen in principe ook dezelfde kleur hebben, mits deze maar contrasterend is met de kopkleur van die lichaamshelft. Het oor aan de zwarte kophelft moet roodgeel zijn, en andersom. 

Op het lichaam van de japanner moeten er zwarte en roodgele vlakken zichtbaar zijn, ook wel aangeduid als zebratekening. Het aantal vlakken is niet belangrijk, als de vlakken maar scherp afgetekend zijn en er een scheiding in het midden van de rug is. 

Waar hierboven gesproken wordt over een zwarte kleur, kan ook één van de andere contrasterende kleuren ingevuld worden: lilac, blauw en bruin (havana). 

Karakter van dit mooie konijnenras

De japanner is een rustig en vriendelijk konijnenras met een nieuwsgierig karakter.

Gebruiksmogelijkheden van dit konijn

Vanaf het ontstaan van het ras is de japanner een typisch sportras geweest dat enkel in handen is geweest van liefhebbers van het ras die met de dieren naar tentoonstellingen gaan. De japanner is dus nooit gefokt als nutras voor het bont of zijn vlees. Als huisdier en gezelschapsdier is de japanner nog niet zo bekend, maar het ras zou hier zeker wel geschikt voor zijn.

Ekster of Japanner?

De ekster of magpie is een konijnenras dat zeer sterke overeenkomsten vertoont met de japanner. Het ras heeft dezelfde tekening en voldoet aan dezelfde eisen als de japanner, alleen is de gele tot geelrode kleur van de japanner bij de ekster vervangen in een witte tot zilverwitte kleur.