TopDierenwinkels

Groot Zilver

Het groot zilver is een prachtig konijnenras met een verzilverde pels. Het dier kent zijn oorsprong in de Franse Champagnestreek, en heeft sinds zijn ontstaan al de hele wereld veroverd. De dieren zijn vrij groot, met een gewicht van ruim 3700 gram. Van oorsprong een vleeskonijn en bontras, tegenwoordig wordt het groot zilver vooral gehouden als showkonijn en tentoonstellingskonijn, maar vindt het ook steeds gemakkelijker zijn weg naar huiskamers als huisdier voor zowel volwassenen als kinderen.

Andere benamingen

De groot zilver staat ook bekend onder de volgende namen: 

  • Oryctologus cuniculus
  • Argenté de Champagne
  • Champagne zilver
  • Frans groot zilver
  • Champagne argente
  • Lapin argenté
  • Lapin argenté de Champagne
  • Champagne d’Argente
  • Deutsche Grossilber
  • Germania Silber
  • Helle Grossilber
  • Duits grootzilver

Land van herkomst

De groot zilver komt oorspronkelijk uit Frankrijk, en dan met name uit de Champagnestreek.

Geschiedenis van de groot zilver

Het groot zilver komt niet, zoals het konijnenras klein zilver uit Engeland, maar uit Frankrijk. De streek waar de groot zilver voor het eerst gesignaleerd werd, was de Champagnestreek in Frankrijk. Het ras kent een eeuwenoude geschiedenis, wat blijkt uit het feit dat het dier al voor het eerst beschreven werd rond het jaar 1700 en toen voornamelijk werd gebruikt voor het vlees en de bijzondere vachtkleur (voor het bont). Ook werd de groot zilver in die tijd al wel gehouden als hobbydier of huisdier, maar dan op beperkte schaal. 

De groot zilver is ontstaan uit een ander konijnenras, de Hollander. Tegenwoordig wordt het groot zilverkonijn ook wel ingezet als veredelaar van andere konijnenrassen, zoals blauwe Weners, de Belgische haas en de Gele van Bourgondië.

De konijnen die in de 18e eeuw voorkwamen in de Champagnestreek verschillen veel van de konijnen die wij vandaag de dag kennen. De dieren hadden toen een heel andere lichaamsbouw en van verzilvering van de vacht was nog haast geen sprake. Groot zilvers van de eenentwintigste eeuw zijn robuuster van bouw en hebben ook meer Duits bloed. 

Groot zilvers met Duits bloed (ook wel de Deutsche Grossilber genoemd) verschenen in 1910 voor het eerst op een Duitse konijnententoonstelling. De dieren werden daar voortgebracht onder de naam Germania Silber, wat in het Nederlands al snel Duitse Grootzilver werd. De groot zilver wordt dan ook onder een breed scala aan namen aangeduid.

De groot zilver is in Nederland erkend in juni 1927. Naast het feit dat het dier hier vooral gehouden werd door sportfokkers die vaak met de konijnen naar tentoonstellingen en konijnenshows gingen, was het tot de Tweede Wereldoorlog ook nog zeker gangbaar om de groot zilver te gebruiken als vleesras. 

Uiterlijke kenmerken van dit konijnenras

De groot zilver is van oorsprong een konijnenras met een donkerblauwe onderkleur, waarbij de toplaag van de vacht witblauw en zwart is. De dieren worden echter zwart geboren en krijgen na ongeveer vier maanden stapsgewijs hun zilveren kleur. Bij elke keer dat het konijn in de rui gaat (verhaart), vertonen de ervoor teruggekomen haren meer verzilvering ten overstaan van de haren die zijn uitgevallen. 

De vacht van een groot zilver is langer dan bij andere kortharige konijnenrassen, maar mag nooit langharig zijn. De vacht voelt zeer zacht aan en er is een grote hoeveelheid onderwol aanwezig. Ze komen vooral voor in de kleuren: 

  • Konijngrijs
  • Zwart
  • Blauw
  • Bruin
  • geel

De oogkleur van de groot zilver verschilt, en moet aangepast zijn aan de vachtkleur. Dit houdt kortweg in dat zwarte, gele, bruine en konijngrijze groot zilvers bruine ogen hebben. Dieren met een blauwe pelskleur hebben blauwe ogen. 

De dieren zijn iets groter dan het gemiddelde konijn en gemiddeld wegen deze dieren 3,7 kilo. Rammen zijn daarbij iets zwaarder en grover dan voedsters. Groot zilvers hebben een goed ontwikkeld lijf, met een solide en geronde bouw. De nek is kort en mag haast niet te zien zijn. De schouders zijn hoog en het achterwerk behoort plat te zijn. De pootjes zijn kort en stevig, de oren van gemiddelde lengte en meten zo’n 14 centimeter. Het lichaam van een groot zilver is matig gestrekt, de achterhand behoort breder te zijn dan de voorhand en de borst behoort altijd breed en vol te zijn. 

Bij de groot zilver is bekend dat er enkele ziektes voorkomen op erfelijke basis, namelijk:

  • Prognathisme mandibulaire
  • Courbure de lávant-bras

Deze aandoeningen worden bij andere konijnenrassen zelden tot nooit waargenomen.

Karakter

De groot zilver staat bekend om zijn rustige, lieve en gelijkmatige karakter. De dieren vertonen haast nooit agressie. Ze zijn erg lief voor kinderen. Het zijn nieuwsgierige dieren die graag op onderzoek uit gaan.

Gebruiksmogelijkheden van dit konijn

De groot zilver is een konijnenras dat veel wordt gezien op nationale en internationale konijnenshows en -tentoonstellingen. Tijdens deze tentoonstellingen wordt er bij het groot zilver vooral gelet op de volgende punten: 

  • type en bouw
  • oorlengte
  • gewicht
  • pels
  • beenstand
  • verzilvering
  • nagelkleur
  • nuance
  • conditie
  • wam

Ook als huisdier is de groot zilver erg in trek, door zijn rustige en gelijkmatige temperament is het een geschikt konijn voor kinderen. 

Naast showkonijn en huisdier, wordt de groot zilver soms ook nog gehouden voor zijn vlees. 

Klein zilver

Veel mensen denken dat de groot zilver en de klein zilver tot hetzelfde ras behoren, maar dat alleen het gewicht en de afmetingen verschillen. Dit is echter onjuist. De reden dat beide rassen ‘zilver’ genoemd worden, heeft enkel en alleen te maken met de verzilvering van de vacht. 

Groot zilver als huisdier

Het is heel goed mogelijk om de groot zilver als huisdier te houden. Konijnen zijn groepsdieren en voelen zich het meest veilig en gelukkig als ze in de nabijheid zijn van één of meer andere konijnen. Wanneer je dus besluit een groot zilver aan te schaffen, is het dan ook aangeraden om twee of meer konijnen tegelijk te nemen. Het hoeven niet allemaal groot zilvers zijn, het kunnen konijnen van diverse konijnenrassen zijn. Het is het beste om enkel voedsters bij elkaar te zetten. Wanneer rammen bij elkaar gezet worden, kan er typisch haantjesgedrag vertoond worden en kunnen ze elkaar flink verwonden tijdens gevechten. Gecastreerde rammen, die met elkaar opgegroeid zijn, kunnen daarentegen wel weer goed samenleven. 

In een groep voedsters kan ook onrust voorkomen, door alle hormonen die door de lijfjes gieren. Om de rust in het koppel terug te krijgen, kan het verstandig zijn om een gecastreerde ram ertussen te zetten. Rammen zijn namelijk gelijkmatiger van karakter en hebben een natuurlijk overwicht op de voedsters, waardoor de rust in het koppel snel zal terugkeren.