TopDierenwinkels

Aseel

De Aseel en Madras Aseel worden onder hetzelfde ras gerekend, maar verschillen alleen qua type een klein beetje. Het is een typisch vechthoenderras dat in het land van oorsprong voornamelijk ingezet wordt voor de hanengevechten. Tevens worden ze in India en armere Aziatische regio’s op grote schaal gehouden als vleesras. In Nederland (en de rest van Europa) worden aseels vooral gehouden als sierkip en tentoonstellingshoender, door de prachtige houding en de mooie kleuren waarin dit ras voorkomt. De dieren zijn naar soortgenoten toe erg agressief, maar naar mensen toe zijn ze erg vertrouwelijk en ze zijn bovendien erg makkelijk handtam te maken

kippenrassen topdierenwinkels

Andere benamingen De aseel is ook bekend onder de namen:

  • Asil
  • Asyl
  • Azil
  • Asilka
  • Asilky
  • Madras aseel
  • Aseel madras

Land van herkomst

De aseel komt van oorsprong uit India.

Geschiedenis

De aseel wordt gezien als één van de oudste vechthoenderrassen ter wereld, als het al niet tot het oudste ras behoort. In India, het land van herkomst, stond dit hoenderras erg hoog in aanzien bij invloedrijke en hooggeplaatste personen. Ook in de landen rondom India waren aseels erg geliefd en kwam daar ook veelvuldig voor. Al snel waren er veel verschillende variëteiten van de aseel bekend.

Al rond 1750 kwamen de eerste aseels naar Europa, aangezien scheepvaarders deze vechthoenders meenemen vanaf India naar hun thuisland in Europa. Van alle verschillende variëteiten aseels is in de loop der eeuwen een aseel ontwikkeld zoals de Nederlanders hem graag zagen. Dit is de tentoonstellings-aseel, ook wel show-aseel genoemd. Maar in Nederland wordt er niet over de tentoonstellings-aseel gesproken, maar heeft dit ras gewoon de naam aseel. In Nederland en Duitsland – en enkele andere Europese landen – zijn er twee fokrichtingen van de aseel, namelijk de Madras aseel en de ‘gewone’ aseel. De Madras aseel is hierbij de grootste variant van de twee.

Uiterlijke kenmerken

Als je naar de aseel kijkt, zie je een hoender met het typische uiterlijk van een vechthoen. Hanen hebben een gewicht van 2,5 – 3 kilo, hennen wegen 2 tot 2,5 kilogram. De aseel is een laag gesteld, maar breedgebouwd dier. De schouders worden hoog gedragen en zijn breed en de algehele houding moet provocerend zijn.

De rasbeschrijving omschrijft dat de romp van een aseel enigszins eivormig moet zijn en opgericht gedragen hoort te worden. De bevedering is bij dit ras nogal krap en kort, waardoor het borstbeen door de bevedering heen zichtbaar is. De vleugels zijn kort van formaat en worden ietwat hangend gedragen.

Bekijk je de kop van de aseel van dichtbij, dan zie je een korte kop met flinke wenkbrauwen. De ogen hebben een lichte parelachtige kleur, waardoor het dier een karaktervolle uitstraling eraan overhoudt. De kam op de kop is drierijig. Typerend voor de aseel is dat de kinlellen ontbreken (en als ze wel aanwezig zijn, zijn ze zeer sterk onderontwikkeld). De keelwam behoort vrijwel onbevederd te zijn.

De dijen zijn goed zichtbaar, en de beenkleur van de aseel is geel. Hierbij maakt de kleur of aftekening van de kleuren geen verschil in de beenkleur.

Madras aseel

De Madras aseel voldoet in principe aan de rasbeschrijving van de ‘standaard’ aseel zoals hierboven beschreven. Dit type is echter forser van bouw en verschilt ietwat in type. De houding is iets minder hoog opgericht, en de bouw is wat grover. Ook is de keelhuid bij de wam minder goed ontwikkeld.

Kleuren

De aseel komt in een breed scala aan kleuren voor, namelijk:

  • Woerd (duckwing)
  • Fluweel
  • Reebruin
  • Donkerrood
  • rood-tarwe
  • grijs
  • getoept
  • blauwtarwe
  • blauwwildkleur
  • zwartbont
  • geelpatrijsbont
  • patrijs-gevlekt
  • blauwtarwebont
  • dubbelgezoomd
  • wit
  • patrijsbont
  • tarwe
  • wildkleur
  • zwart-witgevlekt
  • blauw-zilverhalzig

Niet alle hierboven genoemde kleuren zijn volgens de Nederlandse rasstandaard goedgekeurd. Welke kleuren wél worden opgenomen in de rasstandaard, kan per jaar wisselen. Neem daarom voor de actuele kleurslagen bij de aseel in Nederland even contact op met een ervaren fokker of de rasvereniging. In Engeland mogen aseels in principe in alle kleuren en kleurslagen voorkomen.

Karakter

De aseel staat erom bekend erg agressief naar soortgenoten te kunnen reageren: hierin weerschijnt het doel waarvoor ze gefokt zijn: om te vechten met andere dieren. Naar mensen toe vertonen aseels deze agressie echter niet: ze kunnen zeer vertrouwelijk worden naar de mensen toe die ze goed kennen, en zijn met een beetje moeite van de verzorger zelfs goed handtam te maken.

Hoewel vooral de hanen erg agressief naar elkaar kunnen zijn, hebben hennen er ook een handje van om agressief naar andere hennen te reageren. Toch wordt er bij hennen minder agressie waargenomen, en is het deels afhankelijk of de hennen elkaar al van jongs af aan kennen. Worden zij op latere leeftijd pas bij elkaar geplaatst, kunnen hier behoorlijke gevechten bij komen kijken.

De aseel staat er niet om bekend goed te vliegen, hoewel ze sterke vleugels hebben en een behoorlijk draagvermogen. De reden dat ze niet snel vliegen, is omdat ze niet schrikachtig van aard zijn, maar eerder nieuwsgierig van aard zijn. Ze gaan liever op onderzoek uit dan dat ze wegvluchten voor de dingen die ze niet kennen.

De opfok van jonge hanen

De hanen van dit ras zijn onderling erg agressief naar elkaar toe. Toch wordt bij de opfok van jonge aseel-hanen handig gebruik gemaakt van de agressie tussen de dieren. In een toom jonge hanen wordt doorgaans een volwassen haan neergezet, die een natuurlijk overwicht heeft op de jongere dieren. De jonge hanen zijn dan rustiger dan wanneer ze alleen in bijzijn van leeftijdsgenoten verblijven. Op het moment dat de jonge hanen ouder worden en ze zich minder gaan aantrekken van de oudere haan, dan zullen de gevechten onderling toenemen. Op dat moment is het verstandig om de dieren uit elkaar te halen en in hun ééntje te huisvesten waar ze de leiding krijgen over één hennetje.

Daarnaast is het van belang om tijdens de opfok van deze jonge dieren te zorgen voor voldoende ruimte (hoe meer ruimte, hoe minder conflicten er ontstaan) en ook moeten er diverse schuilmogelijkheden zijn waar de hanen naartoe kunnen als ze willen ontsnappen uit een gevecht.

Broedsheid en eieren

De aseel staat niet bekend als goede legster. De dieren leggen maar zo’n 50 eieren per jaar, met een gewicht van 40 gram per stuk en een crèmekleurige tot lichtbruine eischaal.

Het ras wordt niet regelmatig broeds, en de kloeken (moeders) kunnen soms moeite hebben om hun kroost warm te houden en te beschermen tegen weersinvloeden: dit wordt veroorzaakt door de krappe bevedering van dit ras. Wanneer de aseel wél broeds wordt, voert zij haar taak goed uit. Ook als moederkloek doet de aseel het uitstekend: de hennen staan erom bekend om hun kuikens zeer fel te verdedigen.

Gebruiksdoel

Van oorsprong is de aseel een vechthoen, maar hij wordt in armere regio’s ook gehouden voor het vlees. Daarnaast wordt de aseel tegenwoordig op steeds grotere schaal gehouden door hobbyisten die graag naar pluimveeshows en -tentoonstellingen gaan.

Bijzonderheden

De aseel staat bekend als een monogaam ras, wat bij de meeste andere hoenderrassen juist niet het geval is. De haan leeft maar samen met één hen, in plaats van met een hele toom hennen.

Overige informatie

Er bestaat ook een krielvariant van de aseel, namelijk de aseelkriel.